Jachthaven Waterland in Monnickendam

Ik zit klem (huiselijk geweld)

Campagne ‘Ik zit klem’ voor meer bewustwording over huiselijk geweld

Acht gemeenten uit Zaanstreek – Waterland trekken samen op met een publiekscampagne over huiselijk geweld. Ze vragen daarmee aandacht voor alledaagse situaties waarin mensen klem zitten en daardoor steeds minder controle hebben over hun eigen leven. Problemen of spanningen in huiselijke kring komen veel voor in de regio. Inwoners beseffen onvoldoende hoeveel impact dat heeft in gezinnen. Om signalen te kunnen herkennen, zijn gemeenten en GGD/Veilig Thuis in samenwerking met Open de Voordeur vorig jaar gestart met voorlichting in de vorm van waargebeurde verhalen om de stem van slachtoffers, plegers en omstanders te laten horen. 

Wethouder Ton van Nieuwkerk: “Waterland doet mee met deze bewustwordingscampagne omdat elk geval van huiselijk geweld er één te veel is. Huiselijk geweld heeft een enorme impact op gezinnen en moet zo snel mogelijk stoppen. Laat je adviseren en informeren over wat je kunt doen.” 
Bekijk hieronder de flyer voor de campagne "Ik zit klem". 

Actieplan

Het regionaal actieplan Geweld hoort nergens thuis beschrijft de situatie in onze regio en komt met een gerichte aanpak. Uit cijfers van de politie blijkt dat het aantal incidenten en misdrijven van huiselijk geweld in Zaanstreek-Waterland nog steeds toeneemt. Ook het aantal meldingen bij Veilig Thuis neemt jaarlijks toe. Door de coronamaatregelen moeten mensen nu vaker thuis blijven. Spanningen kunnen daarom verder oplopen. Dit maakt het nog belangrijker om nu in actie te komen. 

Verhalen

Alledaagse situaties staan centraal in de verhalen van ervaringsdeskundigen. Het gaat om vrijwilligers van Open de Voordeur en RCO de Hoofdzaak. Zowel slachtoffers als een pleger delen wat ze doormaakten. Ook een omstander vertelt zijn verhaal en hoopt daarmee anderen te helpen. 

Boodschap

Ervaringsdeskundigen hebben een boodschap voor inwoners van regio Zaanstreek – Waterland: “Weet dat problematische situaties in alle lagen van de samenleving voorkomen. Oordeel daar als omstander niet over. 
Kijk naar elkaar om en toon interesse in elkaars leven. Voelt iets niet pluis? Stel dan vragen over de feiten. Bijvoorbeeld over wat je hoort of hebt gezien. Vraag door en toon interesse. Besef dat het ogenschijnlijk kleinste gesprekje een wereld van verschil kan betekenen voor iemand die klem zit. Het extra steuntje in de rug.

Praten helpt

Aan mensen die zelf in een lastige situatie zitten, willen ervaringsdeskundigen vooral duidelijk maken dat, om het taboe en de schaamte te doorbreken, erover praten echt helpt. Het duurt vaak lang voor je beseft dat je situatie niet normaal is en hulp nodig is. Iemand in je omgeving kan de brug zijn om tot inzichten te komen. Vaak begint dat met de vraag: Hoe is dit voor jou?
Hun tips: Je hoeft het niet alleen op te lossen. Probeer in contact te blijven met mensen die je vertrouwt. Een buurvrouw, vriend, een welzijnswerker of bijvoorbeeld je huisarts. En vooral: Kies zelf wie je in je leven toelaat. 

Als je direct hulp zoekt neem dan contact op met: jeugd@waterland.nl of bel naar 0299 656 585 vraag naar sociaal team. Je kunt ook contact opnemen met Veilig Thuis kijk op www.veiligthuiszw.nl externe-link-icoonof bel 0800-2000.

ERVARINGSVERHALEN | slachtoffers

Het verhaal van Phoenix (25 jaar) uit Zaanstreek-Waterland
“Ze weigeren mijn nieuwe naam te gebruiken”

 “Ze snappen niet dat je als mens van mensen kan houden”

Mijn naam staat voor ‘herrezen’ en zo voel ik mij ook. Maar dat heeft wel even geduurd. Ik identificeer mij als mens. Niet als man en ook niet als vrouw. Je kan dat non binair noemen, zelf hou ik niet van hokjes en etiketten.
Ik kom uit een familie die voor elkaar zorgt zolang je in het perfecte plaatje past en ‘normaal doet’. Al heel jong voelde ik mij geen meisje. Ik was een rauwdouwer, klom in bomen en hield van motoren. Ik had een jongen moeten zijn. Toen ik ervoor uit durfde te komen dat ik lesbisch was, mocht ik niet meer stappen en het contact met mijn ouders bekoelde. Dat deed pijn en was verwarrend.
Mijn relaties en mijn geaardheid liggen lastig in de familie. De man van mijn moeder deed op verjaardagen niet anders dan er kwetsende opmerkingen over maken. Een oom en tante vonden het op zich goed als mijn vriendin en ik op bezoek kwamen. Maar dan zeiden ze wel: ‘Je mag haar volgende week niet meenemen naar de verjaardag van Bart want wat zal opa wel niet denken!’ Heel lang heb ik gedacht ‘ik mag mijn opa en oma niets vertellen over mijn geaardheid’. 

Nu ik mij niet als man of vrouw identificeer, slingert de vrouw van mijn vader mij geregeld verwijten naar het hoofd. Wat ik mijn vader wel niet aandoe. Ik moet eens normaal gaan doen. Ze snappen niet dat je als mens van mensen kan houden. Eigenlijk bij alles waarin ik anders ben dan mijn familie ligt er een oordeel op. Dat wordt dan eerst heel lang niet uitgesproken, we praten op verjaardagen over koetjes en kalfjes, maar ondertussen hangt er iets in de lucht. Je voelt het en je ziet het aan blikken die mensen met elkaar wisselen. Vaak barst na verloop van tijd alsnog de bom. Met ruzie en boze woorden.

Ik heb veel nagedacht over man zijn, vrouw zijn en een naam die bij mij past. Onder meer via de Zaanse Regenboog, heb ik een netwerk van vrienden om mij heen verzameld. Daar was veel ruimte voor gesprek en ontmoeting. Toen ik mij daardoor wat sterker voelde en een nieuwe naam voor mijzelf had gekozen, plaatste ik op Facebook een bericht. Met de bekendmaking en wat uitleg erbij. Heel liefdevol naar mijn ouders. Meteen hing mijn vader aan de telefoon: ‘Je haalt dat er nu af. Wat denk je wel niet dat je mij ermee aan doet? Ik krijg allemaal vragen. Doe eens normaal!’
Dus toen ben ik weer heel lang mijn schulp in gekropen en alleen in Zaandam mezelf gaan noemen zoals ik dat zelf wil. Zo is het eigenlijk nog steeds. Mijn familie weigert mijn naam Phoenix te gebruiken. Ze blijven me hun dochter noemen, hun ‘kleine meisje’. Ik corrigeer mijn familie ook niet omdat ik het niet durf. 
Heel af en toe gaat mijn vriend mee naar een verjaardag. ‘Zie je wel je bent gewoon hetero’, zeggen familieleden dan op verwijtende toon. Wij kunnen daarin niet onszelf zijn. En zodra mijn moeder me dan bij mijn geboortenaam noemt, vraagt mijn vriend: ‘Wie bedoel je nou?’ Dat steunt mij. Ik voel mij dan door hem gezien en gekend. Hij komt voor mij op. Maar het gaat er bij hen niet in. Ze wijzen dan naar me en weigeren mij Phoenix te noemen. 
Ze zeggen wel: ‘Je bent mijn dochter en ik hou van je zoals je bent’. Maar dat is dus niet zo. Ze weigeren mijn gekozen naam te gebruiken. Het zou al zoveel verschil maken als ze één keer zeggen ‘je bent mijn kind’.
Ik begrijp dat mensen eraan moeten wennen, aan non-binair. De taal is er ook nog niet op ingesteld. Ik voel me geen ‘die’, ‘hen’ of ‘hun’. Soms roept iemand mij aan met ‘o meneer’ en dan draai ik mij om, is er verwarring: ‘o sorry mevrouw’. Ik heb daar wel begrip voor. Zolang het met respect is. We moeten elkaar tijd geven om eraan te wennen. Hopelijk komt er een tijd dat we niet meer alleen kijken naar de buitenkant en daar een label aan hangen. Dan kan je eindelijk zijn wie je bent: jezelf. 

Het verhaal van Sonja (45 jaar) uit Zaanstreek-Waterland
“Andere ouders op het schoolplein vertel je dit ook niet zomaar”

“In het begin dacht ik wel: ‘Waarom wil hij niet samen in één bed slapen of knuffelen, maar buiten wel per se hand in hand lopen?’ Hij had ook liever niet dat ik met mijn collega’s afsprak na werk. ‘Die mensen zijn niet goed voor je’, zei hij dan. Alleen zijn eigen collega’s en vrienden vond hij geschikt voor mij. Dat waren dingen, dat vond ik raar. Toch trok ik bij hem in.
Het voelde niet zo prettig en er was niet veel ruimte voor mij in zijn huis. Hij zat alleen maar achter de computer. Als ik iets wilde, een kastje anders inrichten bijvoorbeeld, kon het niet. Als hij het wilde, moest het meteen. Hij maakt ook al ons geld op aan leuke dingen. Ik had geen geld voor mezelf. Allemaal dingen die ik niet fijn vond. Dat vrat aan mij.
De nieuwe vriendenkring was wel leuk, maar er ging ook druk vanuit. Ik heb één keer wat afstand genomen in onze relatie. Een time-out waarbij ik een paar dagen ergens anders logeerde. Daar reageerde hij heel fysiek op. Met overgeven en helemaal out gaan.  
Dus die vrienden zagen een man die helemaal kapot was. Ze hebben flink op mij ingepraat: ‘Kijk wat je hem aandoet. Jullie zijn zo’n leuk stel. Probeer beter met elkaar te praten dan komt het wel weer goed.’ Nee, nou je het zegt, ze vroegen eigenlijk niet hoe het voor mij was. 
Ik ben naar hem teruggegaan. Ik wilde ook trouwen, een gezin stichten, geloven dat het kan en er het beste van maken. Dat is je droombeeld. Al snel kwamen ons tweede en derde kind. We kochten een huis in Zaanstad. Daar kende ik niemand. 
Ik voelde me een slechte moeder. Ik had niet in de gaten dat ik in een postnatale depressie belandde. Hij bleef zijn eigen ding doen: geld uitgeven en drugs gebruiken. Ik werkte drie dagen in de week. Hij verloor zijn baan. Afspraken over halen en brengen van de kinderen kwam hij niet na. Hij gaf mij de schuld van zijn drugsgebruik: ‘Als jij beter je best doet, hoef ik niet te gebruiken.’
Deze stressvolle tijd duurde jaren. Alles kwam op mij neer en ik was enorm druk met ‘gezellig gezin’ spelen. Voor de kinderen. Voor de buitenwereld. Weet je, hier praat je niet over op het schoolplein. A heb je daar geen tijd voor en B wie begrijpt dit? - Meer mensen dan je denkt, weet ik nu. Maar ja, als je er middenin zit, schaam je je ook. Je zit klem.

Hij verloor zich helemaal aan de drugs. Hele dagen zat hij bij de buren en pas als de kinderen sliepen, kwam hij thuis. Daar had ik echt helemaal niks aan. Ik begon ook te gebruiken. Eens per veertien dagen. Want ik had gemerkt dat ik dan het huis sneller aan kant kreeg. En het was ook wel even fijn om dan bij diezelfde buren een ontspannen moment te hebben.
Ik ben er ook snel weer mee gestopt. Op het moment laat zo’n pilletje je goed presteren. Maar daarna ben je heel moe en geprikkeld. Dat wilde ik niet voor mijn kinderen.
De doorslag gaf diezelfde buurvrouw. Zij zei terloops: ‘Dat jij dat allemaal pikt. Als ik zo’n man zou hebben die de hele dag weg is om te blowen bij de buren… Ik zou dat niet willen.’ 
Ik hoorde dat aan. Het is niet echt makkelijk als je een huis hebt gekocht en weinig vrienden hebt. Toch gaven haar woorden me de moed om de telefoon te pakken en dat ene nummer te bellen. Ja bizar hé?”

Als je direct hulp zoekt neem dan contact op met: jeugd@waterland.nl of bel naar 0299 656 585 vraag naar sociaal team. Je kunt ook contact opnemen met Veilig Thuis kijk op www.veiligthuiszw.nlexterne-link-icoon of bel 0800-2000.


Het verhaal van Tom (25 jaar) uit Zaanstreek-Waterland
“Achteraf denk ik: dat moet iemand toch aan mij gemerkt hebben?”

“Bijvoorbeeld die ene keer toen ik gehaast en geschrokken op school in Wormerland aankwam. Hoog in mijn adem en ik denk lijkbleek. Mijn moeder en ik hadden een afspraak. Net daarvoor werd mijn broer zo woedend dat hij gaten in de muur sloeg. Hij schreeuwde en schold ons uit. Ik was negen jaar en zo vreselijk bang dat ik naar buiten vluchtte op één schoen. 
Weg hier. Hij vliegt mij aan’, dacht ik. ‘Hij maakt mij en mijn moeder hartstikke dood’. Bij onze fietsenberging pufte ik uit. Snel terug naar binnen om de andere schoen te pakken? Dat durfde ik niet. Waar was mama? O, gelukkig daar kwam ze al aan. Met mijn schoen. Ik voelde dat ze bang was. ‘Snel, snel, dan maar zo op de fiets’, stresste ze. ‘We moeten ook niet te laat zijn voor die afspraak'.
Op school zei niemand er wat van. Niemand die even vroeg: ‘Joh, je ziet zo bleek en je ademt zo snel. Gaat het wel? Wat gebeurde er net allemaal bij je thuis?’

Op een middag flipte mijn broer weer eens. Hij dreigde mijn moeder iets aan te doen en ik sprong ertussen. Er knapte iets in mij. Ik besefte: ‘Nu moet ik haar beschermen’. Dus dat deed ik. Mijn denken werd super helder en ik kon alleen maar slaan, schoppen en schreeuwen. Heel gecontroleerd. Als een leeuw stond ik voor mijn moeder. 
Opeens was mijn vader daar. Ons gevecht stopte. Het werd stil. Doodstil. Ik voelde me overspoeld door verdriet. 
In het gesprek erna kreeg ik de schuld. Ik deed zo agressief tegen mijn broer. ‘Huh? Ik? De zoon die altijd stilletjes deed alsof hij er niet was. Ik agressief?’ Het klopte totaal niet. 
Ik probeerde mijn ouders uit te leggen waarom ik daar zo breed was blijven staan. Midden in de huiskamer. Tussen de scherven servies, tussen de borden die mijn broer kapot had gesmeten. Dat ik ertussen gesprongen was om mijn moeder te beschérmen. 
Het werd emotioneel. ‘Daar hoef jij je geen zorgen over te maken’, snikte mijn moeder. En opeens besefte ik: ‘Zo hoort het inderdaad niet. Jullie horen mij te beschermen, tegen zijn agressie en geschreeuw. Dit is hier de omgekeerde wereld.’

Een nieuw soort hopeloosheid maakte zich van mij meester. Een besef: ‘Als mijn ouders niet voor mij opkomen. Dan moet ik het zelf maar doen.’ Ik wist het zeker: ‘Vanaf nu wordt alles anders’. Dat klopte. Ik was nóg minder thuis. En ik deinsde niet meer terug. Als mijn broer begon met mopperen en schelden, schold ik net zo hard terug. Gezelliger werd het thuis zeker niet. Dat moeten onze buren van toen zeker gehoord hebben.”
Op een goed moment kwam ik bijna dagelijks bijtanken bij een gezin van een vriend. ‘Tom’, zeiden die ouders op een dag, ‘we vinden je hartstikke aardig. Maar elke dag hier is misschien wat veel?’ 
‘Snap ik’, zei ik. En ik voelde mij vreselijk afgewezen. Ik pakte mijn jas en mijn tas en trok de deur achter mij dicht. Lekke band. Ook dat nog. Met mijn fiets aan de hand liep ik langs het water. Het pad was blubberig. De mist trok op. Het werd fris. Ik keek naar de molens en ik begon erover na te denken: ‘Hoe komt het dat ik me bij hen prettiger voel dan thuis? Wie kan me dat vertellen?

Als je direct hulp zoekt neem dan contact op met: externe-link-icoonjeugd@waterland.nl of bel naar 0299 656 585 vraag naar sociaal team. Je kunt ook contact opnemen met Veilig Thuis kijk op www.veiligthuiszw.nlexterne-link-icoon of bel 0800-2000.

Het verhaal van Louisa (26 jaar) uit Zaanstreek-Waterland
“Manipuleren deed ik veel”

“Ik begon die relatie niet vanuit liefde, maar omdat hij het graag wilde. Mijn leven bestond uit blowen en werken. Ik heb mijn vriend wel gezegd hoe dat zat. Hij kon het niet waarderen, maar ik ging net zolang door tot hij me toestemming gaf om te blowen. Ik respecteerde daarin zijn grenzen totaal niet. Uiteindelijk ging hij het zelfs voor me halen.

Ik was gewoon niet onder de indruk van zijn boosheid. Ik gaf hem steevast te weinig ruimte. Ik vond dat ik in mijn recht stond. Ik was zelf ook gekwetst. Mij was in vorige relaties veel ruimte ontnomen. Hij moest eigenlijk niet zeuren, hij wilde deze relatie, hij mocht blij zijn dat hij nu bij mij mocht wonen. 
Het hele verhaal ging er eigenlijk over dat ik de controle terugpakte. Dan maakte ik liever zelf alles kapot om mij heen dan dat ik nog een keer een ander iets liet bepalen.
Ik zie het meer zo dat je niet echt puur pleger of puur slachtoffer bent. Ik heb vanaf mijn negentiende met iemand samengewoond in Purmerend en dat was met extreem geweld. Zo begon het niet, maar ik kwam in een glijdende schaal terecht. 
In volgende relaties draaide ik zelf de rollen om. Niet dat ik iemand stelselmatig lichamelijk mishandelde. Maar wel psychisch. Omdat ik toen in een machtspositie was. Vanuit een besef: ‘Ik laat me nooit meer iets voorschrijven door een ander. Het is graag of niet en anders is daar het gat van de deur’. 
Het is belangrijk om te weten dat het steeds moeilijker wordt om voor jezelf op te komen zodra iemand over je grenzen heen gaat. Je voelt eerst zelf niet dat die grens er is. Daarna ga je twijfelen aan je eigen beleving. Dan ben je al te ver bij jezelf vandaan. Dat besefte ik toen ik op de zoveelste dag moe thuiskwam van werk. In een huis vol blowende ‘vrienden’. Mijn vriend werkte niet. Opeens voelde ik het: dit is niet mijn thuis, dit is niet wat ik wil. Dit zijn niet de mensen met wie ik mijn leven wil delen.
Het begint ermee dat iemand je niet serieus neemt. Op een gegeven moment was ik het zat. Er was al veel aan vooraf gegaan. Met schreeuwen en met andere mensen erbij. Nu deed hij weer heel respectloos en toen wilde hij weglopen. Hij draaide zich om en ‘pats’ er knapte er iets in mij. Ik pakte zijn schouder en ik beet hem toe: ‘Jij gaat nu normaal doen tegen mij vriend’. 
Voordat ik het besefte, lag ik al op de grond. Dat werd een grote bende. Alle spullen vlogen door de woonkamer. Dat was heel heftig, met veel geschreeuw en drama. Op dat moment was ik een bepaalde grens over. Ik rolde in een situatie waarin geweld normaal werd. Of het nu slaan was of schelden. 
Ik werd ook vals. Ik wist: ‘Op kracht win ik niet, maar ik weet wat hij niet fijn vindt’. Als ik op stap ga met bepaalde ‘vrienden’. Of heel veel drinken. Expres heel laat thuiskomen en niks van me laten horen. Maar ja, dat werkt ook allemaal niet.
Je beeld van ‘normaal’ verschuift in de loop der jaren. Als jij van de een op de andere dag in mijn situatie zou stappen, zou je zeggen ‘what the fuck is hier aan de hand’, maar ook dit is een glijdende schaal.”

Als je direct hulp zoekt neem dan contact op met: jeugd@waterland.nl of bel naar 0299 656 585 vraag naar sociaal team. Je kunt ook contact opnemen met Veilig Thuis kijk op www.veiligthuiszw.nlexterne-link-icoon of bel 0800-2000.

Het verhaal van Dennis (60 jaar), vader van Sanne uit Zaanstreek-Waterland
“De onmacht als je de verhalen van je dochter hoort...”

“Mijn vrouw en ik stonden al een beetje op scherp. Noem het een vaag onderbuikgevoel. Hij leek de ideale schoonzoon. Toch was er iets. We kregen er de vinger niet op. 
Hier aan de keukentafel lieten we onze dochter Sanne vaak praten. Koffie erbij. Gewoon haar verhaal horen. Zonder oordeel. Op een gegeven moment vertelt ze: ‘Pa, het gaat toch niet helemaal goed’. Dus wij informeren voorzichtig: ‘O wat dan?’
‘Hij is vrij dominant en alles moet wel echt gaan zoals hij gepland heeft. Als ik dan afwijk, wordt hij boos. We hebben vaak ruzie. Ik weet precies wat hij gaat doen en zeggen. Ik ben hem aan het pleasen. Eigenlijk ben ik al een tijd mezelf niet meer als ik bij hem ben.’

‘Inderdaad’, zei ik. ‘Pleasen is niks voor jou. Zo kennen wij je niet.’ Wij vertellen elkaar gewoon hoe het zit. Nuchter. Dat zit in onze aard. 
‘Pa, weet je nog van die wandeling laatst? Met hem en zijn moeder. Vlakbij Zwolle. Hoe hij toen zei: ‘Weet je wat, we lopen daar naar links’. Daar hadden wij geen zin in. We wilden naar rechts, langs een ander pad. Dat werd een hevige ruzie. Over niks eigenlijk. Hij ging dreigen: ‘Als je nu niet naast mij wil lopen, hoef je straks ook niet mee te rijden. Je weet het toch zo goed? Zie maar dat je zelf thuiskomt.’ Toen hebben jullie mij nog opgehaald helemaal vanuit Waterland.’ 
Dus ik zei: ‘Sanne, laten we één ding afspreken: wij zijn er voor jou. Blijf ons alles vertellen. En geef meteen een seintje als hij zijn handen niet meer thuishoudt.’
Natuurlijk gaf dit spanningen tussen mijn vrouw en mij. Ank zat al veel eerder dan ik op de lijn van ‘Ze moet bij hem weg. We gaan erheen’. Maar wat bereik je dan? Dan heb je met hem gepraat, je bent weg en wie zit er dan mee? Precies, je dochter. Dat wil je dus niet. 

Je bent als ouder gespannen. Je probeert jezelf gerust te stellen door regelmatig contact te hebben met je dochter. Om te horen dat het nog goed gaat. Want ze zeggen ‘geen bericht is goed bericht’ maar in dit geval is dat natuurlijk niet zo. Je hebt het liefst elk uur een appje of een belletje. Die bezorgdheid sloopt je. 
Op een dag viel alles op zijn plaats. Wij zaten hier met Sanne in onze tuin. Aan de koffie, spritskoekje erbij. Gezellig in het zonnetje. Je moet weten: ik zat mijn tong altijd af te bijten, probeerde niet belerend te zijn. Zegt Ank opeens: ‘Sanne, wanneer stop je nou met hem?’ Ik schrok ervan. ‘Ho, ho’, dacht ik en ik greep me vast aan de rand van de tafel. Maar er brak iets open in haar gezicht en we zagen dat ze er helemaal klaar mee was. Dat had Ank haarfijn aangevoeld. Sanne bevestigde: ‘Ja inderdaad, jullie hebben gewoon gelijk. Ik moet er ook mee stoppen. Het is klaar. Ik vertrek.’”

Als je direct hulp zoekt neem dan contact op met: jeugd@waterland.nl of bel naar 0299 656 585 vraag naar sociaal team. Je kunt ook contact opnemen met Veilig Thuis kijk op www.veiligthuiszw.nlexterne-link-icoon of bel 0800-2000.